
Jurisprudentie
BG4882
Datum uitspraak2008-11-04
Datum gepubliceerd2008-12-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers107.002.046/01
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers107.002.046/01
Statusgepubliceerd
Indicatie
Het hof acht het enkele feit dat Profi Glass achteraf geen sporen meer van de levering heeft kunnen vinden (waarbij het hof aantekent dat [de directeur] die wetenschap grotendeels van horen zeggen heeft) onvoldoende om de levering, waaromtrent [de getuige] zo concreet en gedetailleerd heeft verklaard, niet bewezen te achten. Voor het ontbreken van die sporen zijn immers ook andere verklaringen denkbaar, terwijl niets is gesteld of gebleken op grond waarvan de geloofwaardigheid van de getuige [de getuige] in twijfel zou moeten worden getrokken.
Uitspraak
Arrest d.d. 4 november 2008
Zaaknummer 107.002.046/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Profi Glass B.V. ,
gevestigd te IJlst,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Profi Glass,
advocaat: mr. B. Korvemaker,
tegen
Alba-Raven Groep B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Alba-Raven,
advocaat: mr. J.V. van Ophem.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 27 februari 2008 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Aan de zijde van Profi Glass hebben getuigenverhoren plaatsgevonden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Vervolgens hebben partijen ieder een conclusie na enquête genomen.
Daarna hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
Wederom ten aanzien van grief II
1. Bij arrest van 27 februari 2008 heeft het hof Profi Glass opgedragen tegenbewijs te leveren van het voorshands bewezen geachte feit dat de roerende zaken als vermeld in de factuur van Alba-Raven van 12 juli 2005 door Alba-Raven aan Profi Glass zijn geleverd.
2. Profi Glass heeft haar statutair directeur [de directeur] en haar bedrijfsleider [de bedrijfsleider] als getuigen doen horen.
3. Het hof is van oordeel dat de verklaringen van [de directeur] en [de bedrijfsleider] onvoldoende afbreuk doen aan de verklaring van getuige [de getuige], welke verklaring enige (zij het geringe) steun vindt in die van [getuige 1]. [de getuige] heeft concreet en gedetailleerd verklaard over hoe de door Profi Glass bestelde goederen bij Alba-Raven zijn afgehaald door een chauffeur met een vrachtwagen, die hem een brief toonde van Profi Glass waarin stond dat hij de spullen moest ophalen. Voorts heeft hij verklaard dat hij de spullen samen met [getuige 1] heeft ingeladen. Ten slotte heeft hij verklaard dat [de bedrijfsleider] hem voor de aflevering niet heeft gebeld om te annuleren en ook niet na de aflevering waar de spullen bleven. [getuige 1] heeft verklaard dat hij een pallet met materialen in een vrachtauto heeft geplaatst in opdracht van [de getuige].
4. De verklaring van [de bedrijfsleider] doet hier geen afbreuk aan, omdat hij weliswaar verklaart te hebben gebeld met Alba-Raven in verband met het uitblijven van een telefoontje dat de spullen klaar stonden om opgehaald te worden, maar hij zich omtrent dit gesprek geen bijzonderheden wist te herinneren. Hij kon zich niet herinneren met wie van Alba-Raven hij heeft gesproken en ook niet of hij de order heeft geannuleerd en hoe van de zijde van Alba-Raven werd gereageerd.
5. De verklaring van [de directeur] komt er op neer dat Profi Glass bij navraag en onderzoek achteraf geen aanwijzingen heeft kunnen vinden voor een levering van Alba Raven. Uit de jaaragenda en zogenaamde rittenboekjes zou hem zijn gebleken dat niemand van Profi Glass rond de datum van levering richting de vestiging van Alba-Raven is afgereisd. Voorts zou bij navraag (overigens niet door [de directeur] zelf) zijn gebleken dat een koerier die Profi Glass pleegde in te schakelen voor spoedzendingen heeft verklaard dat in de bewuste periode geen transport richting Alba-Raven heeft plaatsgehad. Ten slotte heeft hij verklaard dat uit een telling van de voorraad (overigens niet door hemzelf) is gebleken dat er geen verschil was met de administratie.
6. Het hof acht het enkele feit dat Profi Glass achteraf geen sporen meer van de levering heeft kunnen vinden (waarbij het hof aantekent dat [de directeur] die wetenschap grotendeels van horen zeggen heeft) onvoldoende om de levering, waaromtrent [de getuige] zo concreet en gedetailleerd heeft verklaard, niet bewezen te achten. Voor het ontbreken van die sporen zijn immers ook andere verklaringen denkbaar, terwijl niets is gesteld of gebleken op grond waarvan de geloofwaardigheid van de getuige [de getuige] in twijfel zou moeten worden getrokken.
7. Het hof tekent hierbij aan dat, zoals in het tussenarrest reeds is overwogen, tussen partijen vaststaat dat in de e-mail van 8 juli 2005 waarin de goederen worden besteld, staat vermeld dat de spullen "a.s. dinsdag bij jullie worden opgehaald".
De overeenkomst hield dus in dat de levering zou zijn voltooid met het ophalen van de goederen. Het feit dat de goederen mogelijk niet in de voorraad van Profi Glass zijn aangetroffen en zelfs mogelijk nooit bij haar zijn aangekomen sluit derhalve de levering niet uit.
8. Profi Glass stelt in haar conclusie na enquete dat Alba-Raven twee partijgetuigen heeft doen horen. Noch uit de processen-verbaal van de getuigenverhoren van [de getuige] en [getuige 1] noch uit de overige stukken blijkt echter dat genoemde getuigen partijgetuigen zouden zijn, hetgeen ook door Alba-Raven is weersproken. Het hof gaat hier dan ook aan voorbij.
9. Het hof komt tot de conclusie dat Profi Glass het tegenbewijs niet heeft bijgebracht. De grief faalt.
10. Grief III klaagt dat de kantonrechter heeft overwogen dat de levering vaststaat en dat het verweer van Profi Glass daarmee is weerlegd. Volgens Profi Glass staat de levering niet vast. Uit het voorgaande blijkt echter dat de levering in rechte wel vaststaat, zodat ook deze grief faalt.
11. Grief IV klaagt over de toewijzing van de hoofdsom, de wettelijke rente en de incassokosten.
Ten aanzien van de hoofdsom en de rente bouwt de grief voort op de voorgaande grieven en deelt de grief in zoverre het lot van deze grieven. Ten aanzien van de incassokosten wordt door Profi Glass betwist dat Alba-Raven andere kosten heeft gemaakt dan die ter instructie van de onderhavige zaak (en waarvoor de proceskostenveroordeling reeds een vergoeding pleegt in te sluiten, zo voegt het hof toe). Het hof stelt vast dat Alba-Raven hiertegenover in hoger beroep niets heeft aangevoerd, terwijl het dienaangaande gestelde in de inleidende dagvaarding onvoldoende concreet en specifiek is om dit onderdeel van de vordering te kunnen dragen. In zoverre slaagt de grief. Het hof zal dit onderdeel van de vordering (een bedrag van Euro 450,00) alsnog afwijzen.
12. De grieven V en VI klagen over de veroordeling van Profi Glass in de proceskosten en de toewijzing van de vordering van Alba-Raven. Uit het voorgaande volgt dat ook deze grieven hebben te falen.
De slotsom
13. Het hof komt tot de slotsom dat het vonnis waarvan beroep slechts zal worden vernietigd voorzover de buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen, waarbij dit onderdeel van de vordering alsnog zal worden afgewezen. Voor het overige zal genoemd vonnis worden bekrachtigd. Profi Glass zal als de hoofdzakelijk in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep (aan de zijde van Alba-Raven wat het salaris van de advocaat betreft te begroten op: 2 punten in tarief I).
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis van 4 april 2007 waarvan beroep, doch uitsluitend voor zover de buitengerechtelijke incassokosten ten bedragen van Euro 450,00 zijn toegewezen en, in zoverre opnieuw recht doende:
wijst dit onderdeel van de vordering af;
bekrachtigt genoemd vonnis voor het overige;
veroordeelt Profi Glass in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot heden aan de zijde van Alba-Raven begroot op € 251,-- aan verschotten en € 1.264,-- aan geliquideerd salaris van de advocaat.
Aldus gewezen door mrs. Janse, voorzitter, Zandbergen en Telman, raden,
en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 4 november 2008 in bijzijn van de griffier.